Niet te geloven dat het alweer mei is! Terwijl alles bij jullie mooi in de bloesem staat, wordt het hier weer tijd voor lange broeken en vesten! Graag nemen we jullie mee in wat er de afgelopen tijd gebeurd is. Maar laten we beginnen met een update vanuit de kinderen 🙂
David: ‘Hallo mensen in Nederland! Ik wil ook graag met het vliegtuig naar Nederland! Maar papa en mama zeggen dat dat nog heel lang duurt. Nou ja, ik heb nog zo veel werk te doen hier. Vanmorgen ging ik met papa naar de supermarkt. Ik help papa dan met alles opstapelen in het karretje en daarna leg ik alles bij de kassa en zorg ik dat de kassa-mevrouw heel blij is om mij te zien. Thuis sleep ik alles dan weer naar binnen. Ook help ik vaak met groenten of onkruid trekken in de tuin (het verschil ben ik nog aan het leren). Papa is heel blij met al mijn hulp! Ik moet trouwens heel anders eten omdat ik geen gluten meer mag (net als Eloïse). Nu zit ik veel minder op de WC. Papa en mama zijn daar erg blij mee. Ik denk dat dat komt omdat ik nu meer tijd heb om hen te helpen. Bye, van David.’
Eloise: ‘Hallo… Ik ben bijna alles vergeten van Nederland, maar gelukkig kom ik over zes maanden weer naar jullie toe, zodat ik alles weer kan leren. Ik hoop echt dat het gaat sneeuwen dan! Ik zit nu in groep 3 en kan al ‘roos’, ‘raap’, ‘vis’ en nog veel meer woorden lezen! Ook heb ik een show gegeven op school en heb ik een prijs gewonnen. Dat was echt leuk. Ik ga denk ik elke dag een show geven nu. Dat past goed bij mijn jurk die ik elke dag aan heb. Ik vond onze vakantie erg leuk. De apen waren echt schattig, maar de nijlpaarden saai. Er waren er zo veel, ik werd het helemaal zat. Ik sliep samen met Yaelle op een luchtbed in de auto. Maar soms was tie lek, dat lag niet zo fijn. Ik kan nu ook zwemmen zonder bandjes in het ondiepe. Nou, doei!’
Yaelle: ‘Hoihoi, ik heb echt veel te vertellen! We zijn, net als vorig jaar, op vakantie geweest bij Lake Kariba. Daarna gingen we naar Zimbabwe. Daarvoor moesten we een grens over om zo van het ene land naar het andere land te rijden. In Zimbabwe heb ik een vriendin die Lily heet. Ik heb ook veel geknuffeld met alle dieren die daar zijn. Ook ging we nog op safari in de boot. En net als jullie heb ik koningspelen gedaan. Eén keer in Lusaka met allemaal Nederlandse kinderen uit Zambia en één keer in Kabwe met al mijn vriendjes uit andere landen. Met school gaat het goed. Ik vind verhalen lezen het leukste. Ook schrijf ik verhalen en teken ik de tekeningen erbij. Ik heb echt veel zin om opa en oma Van Vuuren te zien. Die komen over een paar dagen al! Dat was het, doeg!’
De afgelopen termijn bij Mercy House hebben we afgesloten met een Teamdag, vol spelletjes, zelfreflectie (met behulp van paarden) en lekker eten. Mercy House opent volgende week haar deuren weer. Ik, Roos, zal mij dan weer verder inzetten om het Zambiaanse counselingsteam te ondersteunen. Daarnaast zal ik iedere woensdag training blijven geven aan het team, omdat de vraag hiernaar blijft bestaan. De afgelopen termijn hebben we als team ontdekt welke verschillende persoonlijkheden er zijn, wie we zelf zijn en hoe we (beter) kunnen communiceren met andere persoonlijkheidstypen. Jan blijft nauw contact houden met iedereen die een bedrijfje gestart is in het afgelopen jaar en begeleid de start van nieuwe bedrijfjes. Het land van Mercy House heeft een mooie opbrengst, juist nu dit jaar de prijs van maïs omhoog is gegaan! Jan blijft supportend aanwezig om het landbouwproject verder te ontwikkelen voor de komende termijnen.
Misschien valt het je op dat we de laatste tijd veel gebruik maken van de termen ‘ondersteunen’, ‘supporten’, ‘trainen’, etc. Ik denk dat iedere ontwikkeling- of zendingswerker een omslag in denken meemaakt in zijn eerste jaar werken onder arme mensen. Zo ook wij. We kwamen aan in Mercy House met het idee dat ik, Roos, therapie zou gaan geven en Jan Mercy House meer zelfvoorzienend zou gaan maken. En ja, daar hebben we ook flink wat uur in gestoken, maar al snel ontdekte we dat het veel beter is om samen te werken met Zambianen, op hun voorwaarden/ manier. Dat betekend voor ons: afremmen, observeren, aansluiten, balletjes opgooien, bemoedigen / aanmoedigen en applaudisseren. Want het team van Mercy House heeft zelf zat visie, talenten en kwaliteiten! Het resultaat van hen trainen, uitdagen en met (gemeende!) complimenten strooien heeft ons versteld doen staan. De visie waarmee wij naar Mercy House kwamen en wat wij graag veranderd zouden zien, IS GEBEURD. Maar niet door ons, maar door het team zelf. En daarmee is de verandering binnen Mercy House ook direct sustainable te noemen. Juist omdat wij onze vingers er niet (meer) in hebben.
En dat is ook direct een mooie samenvatting van onze droom; mensen uit de armoede coachen en in hun bestemming zien komen. Poeh! Dat klinkt groots!
Ontwikkelingswerker Robert Champers omschrijft ‘arme mensen’ als mensen die vastzitten in een web van vele, onderling verbonden, draden. Draden zoals; onvoldoende benodigdheden, gevoelens van minderwaardigheid, hopeloosheid, eenzaamheid, fysiek niet fit genoeg zijn, etc. Al deze factoren zorgen voor het gevoel vast te zitten als een beestje in het web van de spin. Iedere keer dat je uit het web probeert te komen, kom je weer vast te zitten aan een andere draad. (..) Na een poos kom je erachter dat in beweging komen je meer ellende bezorgd dan stil liggen. Je hebt een hekel aan je situatie, maar je hebt geen keuze.*
Door deze omschrijving van armoede denk je niet alleen aan de kinderen gehuld in lompen en de gezinnen zonder eten in hun zelfgemaakte hutjes van golfplaten. Nee, armoede gaat veel dieper dan dat. Ikzelf heb ook perioden in mijn leven dat ik armoede ervaar. Toen ik pfeiffer had bijvoorbeeld, voelde ik me niet alleen fysiek niet fit, ook mentaal knabbelde gevoelens van hopeloosheid en eenzaamheid hun weg naar binnen. Ook dat is armoede.Â
Door armoede zó te definiëren zijn Jan en ik niet verheven boven de ‘arme mensen’ hier. Nee, ook wij mogen dagelijks de strijd aangaan met armoede, zij het op een andere manier dan eten zien te vinden voor onze kinderen. We staan naast de Zambiaanse bevolking en zowel zij als wij hebben dezelfde taak; het doorgeven en leven van ‘de bediening van verzoening/ herstel’ (2 Kor. 5:18). Gaan denken als een dochter/ zoon van de Koning. Herstel en groei zien je in relatie met God, in je relatie met jezelf, in je relatie met je naasten en in je relatie met je leefomgeving / de natuur. Dan kun je rijk leven, ookal heb je weinig spullen.Â
Als je tot zover bent gekomen met lezen; applaus! 🙂 Ik realiseer me dat dit blog erg veel tekst bevat, maar het leek me goed om iets te delen over hoe we armoede zien en hoe we het (of een?) antwoord hierop proberen te formuleren gebruikmakend van onze observaties, talloze gesprekken en goede boeken die over dit onderwerp geschreven zijn.
We ervaren het als een enorm voorrecht om onderdeel uit te mogen maken van veranderingsprocessen in mensen, organisaties en landbouw. Juist ook omdat het in ons eigen leven uitdaagt tot zelfreflectie en groei. Ondanks dat het gemis van familie en vrienden er niet minder op wordt (eerder groter), willen we niets liever dan ons hierin vastbijten de komende jaren.
Zorg dat je ons blijft volgen de komende maanden om meer te horen over hoe we dit concreet willen gaan vormgeven in Zambia! Wil je in deze spannende fase voor ons bidden en heb je je nog niet aangemeld voor de gebedsmail? Doe dat dan hier.
Hele hartelijke groet van ons allemaal en tot de volgende keer! Jan, Roos en kiddo’s
*Corbett, Steven en Fikkert, Brian (2012) When helping hurts. How to alleviate poverty without hurting the poor and yourself. Pagina 66.
Dat was best even wat info aan filmpjes en tekst idd, maar goed om zo te kunnen meeleven! groet van ons
Dan voor dit inkijkje in jullie dagelijkse leven en jullie vakantie – ik heb genoten van alle filmpjes en van de blog. Leuk ook om de oefening met de stok terug te zien op de teambuilding dag met de paarden.
Jullie stralen geluk en kracht uit met elkaar en met jullie kinderen… bravo!